Notities voor (hapto-)therapie bij ‘Levinas in de praktijk – Een handleiding voor het best mogelijke helpen, privé en in de zorg’ door Jan Keij
Leestijd ruim 6 minuten
In zijn boek ‘Levinas in de praktijk’ brengt Jan Keij de filosofie van Emmanuel Levinas schematisch in beeld. Zo kunnen leven en praktijk van de lezer worden ondersteund. In het ‘Model Keij’ is – zoals in de werken van Levinas – de oriëntatie van de mens op de ander het uitgangspunt voor de beslissing over wat ons te doen staat.
Moreel denken en handelen
‘Model Keij’ brengt me via de ethiek van het appèl van de ander op mij tot een proces van moreel denken. Daaruit volgt een besluit op basis waarvan hulp geboden wordt. Tijdens het helpen koppel ik terug op het oorspronkelijke besluit waarop dat bijgesteld kan worden. Het is tijdens het helpen dat mijn actie aan een nieuw appèl gekoppeld kan worden van waaruit een nieuw moreel denken en verdere acties kunnen plaatsvinden.
Verantwoordelijkheid en genieting
Bovendien vraagt Jan Keij zich af welke eigenschappen er zijn om zorg te kunnen dragen voor anderen. Behalve mijn gevoel voor verantwoordelijkheid speelt daarin het begrip genieting een belangrijke rol. De genieting wordt daarbij opgevat als een vermogen om wat buiten mij is in dienst te stellen van mijzelf. Zo wordt helpen mogelijk terwijl het genieten van de ander mijn helpen zinvol maakt.
Iemand helpen bevordert mijn genieting. Genieting is aan onafhankelijkheid gekoppeld en daarom komt helpen altijd neer op het bevorderen van onafhankelijkheid. Die onafhankelijkheid heeft te maken met een thuisvoelen bij onszelf. Maar helaas, zo tekent Jan Keij aan, kan onze hulpvaardigheid vaak de kwaliteitstoets tot genieting niet doorstaan.
Genieting is kwetsbaar. Het genieten kan immers omslaan in lijden. In die omslag komt mijn kwetsbaarheid naar voren. De kwetsbaarheid heb ik nodig om mij te kunnen inleven in de situatie van anderen. Dat helpen mogelijk wordt is dus te danken aan mijn kwetsbaarheid en het is de kwetsbaarheid van de ander die mijn helpen tot een zinvolle bezigheid maakt.
Genieting is een onthechte hechting
Genieten is een voorwaarde voor mijn verantwoordelijkheid. Een goede genieting is dan ook als een onthechte hechting. Ik ben niet verslaafd aan de genieting, ik sta er vrij van en ben er heer en meester van. Genieten is vooral een persoonlijk, zintuiglijk en lichamelijk gebeuren. De genieting maakt mij onafhankelijk want het is vanuit mijn egoïsme waarbij er iets in dienst van mijzelf komt te staan.
Genieten en verantwoordelijkheid zorgen voor de zin van mijn leven. Als ik verantwoordelijk ben proef ik een streng geluk van ethiek. Dit ethische geluk is streng omdat mijn verantwoordelijkheid mijn genieten kan frustreren terwijl die mij ook met geluk kan vervullen. Emmanuel Levinas ziet leven als kwaliteit van leven. Vandaar dat iemand die lijdt zeggen kan dat-ie geen leven meer heeft, zo tekent Jan Keij op.
Lichaam maakt onafhankelijk en afhankelijk
Dat genieting mij onafhankelijk maakt is een gevolg van mijn lichamelijkheid. Dankzij mijn lichaam kan ik op mezelf staan. Tegelijk ben ik van mijn lichaam afhankelijk omdat we aan ziekten, verouderen, lijden en dood overgeleverd zijn. Op die manier ervaar ik mijn lichaam als vriend of als vijand. Behalve genieten is dus ook mijn lijden een voorwaarde voor mijn verantwoordelijkheid.
Lijden is mijn reflectie op pijn. Dit laatste is een zintuigelijk, lichamelijk verschijnsel. Het onttrekt me aan mijn vermogen tot genieten. Behalve dat pijn me onttrekt aan mijn vermogen tot genieten zorgt die ervoor dat ik niet kan bevatten. Het grijpen en begrijpen kan niet met pijn omdat pijn zich niet schikt in de werkelijkheid en niet te integreren blijkt in mijn vermogens.
Mijn lijden is een omslag van beheersen naar beheerst worden. Pijn is als een ontkenning van mijn bestaan en als een ontkenning van mijn wil tot leven. Pijn ‘verdinglijkt’ me en daarmee word ik een lijdend voorwerp. Ik kom met het lijden terecht in een gedwongen passiviteit waarin ik geacht wordt te dulden en verduren, zo haalt Keij Levinas aan.
Zin van lijden is zorg voor anderen
De zin van mijn lijden ligt in mijn zorg voor anderen. Helpen heeft immers geen zin als leven niet kwetsbaar is en het leven dus voor het lijden ontvankelijk is. Omdat ik weet dat mijn leven kwetsbaar is heb ik de mogelijkheid om me in te leven in de situatie van anderen. Door mijn inleving in anderen wordt helpen mogelijk.
Mijn gerichtheid op de ander is het eerste en laatste houvast bij mijn hulp aan een ander. Die oriëntatie is verheven boven elke andere norm die ik kan stellen. Mijn denkend vermogen ontstaat immers uit het waarnemen en de ethische raakbaarheid die daaruit volgt. Levinas fundeert het denkvermogen op de verstorende ander die mij frustreert in waarmee ik bezig ben.
Als kind zag ik immers de ander niet als een zelfstandig persoon maar als iemand die in dienst stond van mijn genieten. Mijn relaties waren instrumenteel. Pas toen ik door het appèl van de ander werd geraakt ging ik de ander pas als zelfstandig zien. In die splijting in mij ontstond de innerlijke dialoog waarmee mijn denken zich kon gaan ontwikkelen.
Het appèl communiceert voor bewustzijn
Het appèl van de ander, waarvoor ik gevoelig ben vanuit kwetsbaarheid en raakbaarheid, communiceert al voordat ik me ervan bewust ben. Mijn onvrijheid in de werking van het appèl wordt groter en mijn initiatief raakt verlamd nadat het appèl van de ander mijn bewustzijn gepasseerd is. Zo ontstaat in mij een passiviteit. Ik word tot iets verplicht waarvan de ander zich niet bewust is. De ander is niet met mij bezig terwijl ik wel met die ander bezig ben. Omdat ik het appèl niet kan omkeren verloopt dat asymmetrisch.
Bij het appèl kan ik mijn verantwoordelijkheid niet vervullen maar die moet ik wel nemen. Onmogelijkheid en noodzaak gaan samen. Zo beschouwd is elk werk een mislukte daad. Omdat ik mij bevind in een stelsel van mensen die met hun handelen elkaar raken ontgaat mij vaak de zin van mijn handelen.
Elke communicatie is een mislukte daad
Misschien huist in het verschijnsel van de eerder aangehaalde mislukte daad een oorzaak dat Emmanuel Levinas in zijn teksten weinig houvast biedt. Behalve inzake het appèl tot zijn verantwoordelijkheid kan de waarheid niet alleen in taal gevonden worden. Daarvoor schiet taal altijd tekort. Wetenschap over die gebreken geeft een dieperliggende boodschap aan de teksten van Levinas. En het is Jan Keij die in zijn praktische boek die wetenschap zeer toegankelijk heeft weten te maken.
Literatuur
Jan Keij, ‘Levinas in de praktijk – Een handleiding voor het best mogelijke helpen, privé en in de zorg’, Uitgeverij Klement, Zoetermeer, 2012
Eerdere items
Drs. Leander P. Tijdhof, ‘Aanraken als een wachten op inhoudsloze toekomst’, https://haptonomiehaptotherapie.com/2018/01/11/aanraken-als-een-wachten-op-inhoudsloze-toekomst/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (11 januari 2018).
Drs. Leander P. Tijdhof, ‘De vreemdeling maakt de tijd’, https://haptonomiehaptotherapie.com/2017/08/07/de-vreemdeling-maakt-de-tijd/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (7 augustus 2017).
Drs. Leander P. Tijdhof, ‘De tijd en de ander’, https://haptonomiehaptotherapie.com/2017/06/02/de-tijd-en-de-ander/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (2 juni 2017).
Drs. Leander P. Tijdhof, ‘Zijn voor de ander’, https://haptonomiehaptotherapie.com/2017/02/08/zijn-voor-de-ander/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (8 februari 2017).
Drs. Leander P. Tijdhof, ‘Aanraking als aanzien in zien’, https://haptonomiehaptotherapie.com/2016/09/01/aanraking-als-aanzien-in-zien/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (1 september 2016).
Drs. Leander P. Tijdhof, ‘Wie ik niet ben’, https://haptonomiehaptotherapie.com/2016/05/30/wie-ik-niet-ben/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (30 mei 2016).
Drs. Leander P. Tijdhof, ‘Voordat ik ontluik’, https://haptonomiehaptotherapie.com/2016/04/19/voordat-ik-ontluik/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (19 april 2016).
Drs. Leander P. Tijdhof, ‘Ontwikkeling als communicatie’, https://haptonomiehaptotherapie.com/2016/03/22/ontwikkeling-als-communicatie/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (22 maart 2016).
Drs. Leander P. Tijdhof, ‘De ander zo dichtbij’, https://haptonomiehaptotherapie.com/2016/02/21/de-ander-zo-dichtbij/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (21 februari 2016).
Drs. Leander P. Tijdhof, ‘Ontvankelijkheid als verantwoordelijkheid’, https://haptonomiehaptotherapie.com/2016/01/18/ontvankelijkheid-als-verantwoordelijkheid/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (18 januari 2016).
Drs. Leander P. Tijdhof, ‘Bekoring van erkenning’, https://haptonomiehaptotherapie.com/2015/12/21/bekoring-van-erkenning/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (21 december 2015)
Drs. Leander P. Tijdhof, ‘Aanraken uit de leegte’, https://haptonomiehaptotherapie.com/2015/11/07/aanraken-uit-de-leegte/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (7 november 2015).
Drs. Leander P. Tijdhof, ‘Daar waar spreken stopt’, https://haptonomiehaptotherapie.com/2015/09/25/daar-waar-spreken-stopt/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (25 september 2015).
France Guwy, ‘Jij die mij aanziet’, https://haptonomiehaptotherapie.com/2015/08/31/emmanuel-levinas-jij-die-mij-aanziet/, televisieproductie, Hilversum (IKON) 1986.
Annotatie
Drs. Leander P. Tijdhof, ‘Helpen scherper in beeld’, https://haptonomiehaptotherapie.com/2018/02/04/helpen-scherper-in-beeld/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (4 februari 2018).