Notities voor de bewegingswetenschappen naar aanleiding van ‘In verwarde staat – Kritiek op een politiek van normaliteit’ van Karlijn Roex
Leestijd ruim 5 minuten
Wie even niet weet hoe het in het leven verder moet loopt dezer dagen de kans om afgeschilderd te worden als ‘verward’ of erger als een ‘tikkende tijdbom’. Over mensen met zogenoemd verward gedrag worden door bange burgers bij de politie meldingen gedaan waarbij kennelijk een vermoeden bestaat van een criminele gedraging. Zo wordt verward gedrag dezer dagen tevens als een signaal van criminaliteit beschouwd. Niet alleen gaat het daarbij om vermeende stoornissen van gedrag waarvan iets wordt gezien maar ook om zogenoemde verborgen stoornissen die helemaal niet zichtbaar zijn. Een zorgelijke toestand die nu om een antwoord roept, zo wordt in het boek ‘In verwarde staat’ betoogd.
Het debat over ‘verwarden’ is nieuw
Het huidige maatschappelijke en politieke debat over ‘verwarden’ in onze samenleving is betrekkelijk nieuw. Daarbij valt op dat het debat niet wordt gevoerd vanuit vermeende verwarde personen zelf. Het debat wordt dan ook betrekkelijk plat gevoerd. Zo is in de politiek opgeroepen om ‘normaal’ te doen waarmee ‘normalen’ en ‘verwarden’ voor elkaar bang zijn gemaakt. Door het overnemen van bepaald ‘normaal’ gedrag kan kennelijk een maatschappelijke status van normaliteit worden verkregen. Door deze politiek van normaliteit komen mensen die zich minder kunnen of willen aanpassen terecht aan de zijlijn van de huidige maatschappij.
Noodzakelijkerwijs leidt een politiek van normaliteit tot abnormaliteit als een product ervan. Vermeende abnormaliteit kan er op allerlei manier uitzien waaronder als ‘verward gedrag’ dat een gevaar zou kunnen opleveren.
Om precies te zijn ontstond een intensief maatschappelijk debat over verwarde personen in de maatschappij in 2009. In dat jaar reed op 30 april Karst T. tegen De Naald in Apeldoorn. Onderzoeken naar verwarring volgden waaronder één met de titel ‘Individuele bedreigers van publieke personen in Nederland’. Een ‘verwarde’ bedreiger is daarbij gezien als het minst voorspelbare type in daderschap. Toch hoefde er geen psychiatrische problematiek aan het stempel ‘verward’ ten grondslag te liggen. Iemand kan immers ook slechts ‘verward gefrustreerd’ zijn, zo was de gedachte. Deze gedachte maakt het nu nog mogelijk dat bijvoorbeeld een iets te felle mail aan een uitkeringsinstantie kan leiden tot het maatschappelijke stempel van een ‘verward persoon’. In 2010 werd de term ‘verward persoon’ geïntroduceerd door het toenmalige NCTb en sinds enkele jaren registreert de politie mensen met ‘verward’ gedrag. Wat het gedrag precies is blijft daarbij onduidelijk.
Explosie van mediaberichten vanaf 2015
Sinds 2015 is het aantal berichten in de media waarin gerept wordt over een verward persoon geëxplodeerd. De politiek scherpt dezer dagen verward gedrag aan tot afwijkend gedrag. In het debat is de focus van mensen die acuut verward zijn verschoven naar mensen die mogelijk verward kunnen raken.
Vanaf 1 januari 2020 is de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) van kracht die het mogelijk maakt om mensen met ‘verward’ gedrag vast te houden voor achttien uur zonder tussenkomst van een rechter of een psychiater. Tegelijk met die Wet wordt de Wet forensische zorg (Wfz) van kracht waarmee de Officier van Justitie kan kiezen tussen de traditionele route van het strafrecht of een ‘zorgroute’ via de Wvggz.
Dat mensen met vermeend verward gedrag kunnen worden vastgezet betekent niet dat ze in onze samenleving als een rechtstreeks gevolg ervan tot een vijand worden verklaard. Er wordt immers gezocht naar een mogelijke hulpvraag. Maar daarmee worden degenen die verwardheid proberen uit te bannen, mogelijk zonder het te beseffen, agressieve aanvallers op mensen die voor tikkende tijdbommen worden versleten en niet in staat zouden zijn tot het maken van eigen afwegingen.
Verzamelde data scheppen nieuwe werkelijkheid
Intussen blijven instanties zoals de politie data over ‘verwarden’ verzamelen. Daarmee ontstaat een nieuwe werkelijkheid waarin verwarde vormen van gedrag zijn verzameld. Aan die kenmerken kan niemand zich op den duur nog onttrekken. De verzamelde data worden daarbij bepalend voor ‘het zelf’ van mensen. Dit fenomeen wordt ook wel aangeduid met ‘The Rise of The Data Self’. Het systeem van verzamelen werkt in de hand dat er eindeloos kan worden doorgegaan met ingrijpen. Iemand die zich niet op een gewenste manier laat zien valt gemakkelijk ten prooi aan allerlei controlemechanismen.
Onvoorspelbaarheid is een relatiekenmerk
In de samenleving wordt er gemakkelijk van uit gegaan dat verwarde mensen onvoorspelbaar zijn. Onvoorspelbaarheid is geen persoonskenmerk van maar een relatiekenmerk tussen mensen. Het is bovendien de uitsluiting van het abnormale die een mate van onvoorspelbaarheid bepaalt. Er bestaat ook geen natuurwet die bepaalt dat mensen angstig worden wanneer er onvoorspelbaarheid is.
Het hiërarchische systeem in de maatschappij van vandaag de dag kent sterke behoefte aan duidelijkheid, controle en ondubbelzinnigheid. Van mensen die verward zijn wordt geëist dat ze ‘normaal doen’. Een heersende maatschappelijke groep probeert alle onvoorspelbaarheden uit te bannen. Want wie zich buiten de hokjes bevindt blijkt niet te regeren. Het is de angst voor verwarring en chaos die een nieuwe figuur, de verwarde persoon, ten tonele heeft gevoerd. Die is slechts nu nog voorlopig sluitstuk van de angst-maatschappij van vandaag de dag.
In deze tijd ontwikkelt zich dan ook een Normaalspraak in de samenleving die vergelijkbaar kan zijn met de Newspeak van George Orwell. ‘Normaal doen’ en ‘verwarde personen’ zijn in die Normaalspraak centrale begrippen. Op zich is het geen probleem als mensen ‘niet normaal’ worden genoemd wanneer zij zich voor anderen onbegrijpelijk gedragen. Wel wordt het een probleem als abnormaal gezien wordt als inferieur aan normaal. Het risico is dan sterk aanwezig dat mensen aspecten van hun mens-zijn geheim willen gaan houden.
Een hulde aan de verwarring
Dat mensen die als zeer normaal worden beschouwd tot kwade dingen in staat zijn toonde filosofe Hannah Arendt al met haar werk aan. Ze beschreef dat kwaad in genormaliseerde opvattingen rust. Kwade dingen ontstaan steeds uit een soort vlagen van normaalheid. Voor eigen moraliteit is er bij die vlagen geen plek meer. ‘Normale’ mensen hoeven zich niet meer te verhouden tot een maatschappelijke situatie die, nu eenmaal, altijd aan verandering onderhevig is.
Om te kunnen afrekenen met onze manier van doen over en rond ‘de verwarde persoon’ kan worden gepleit voor de ‘onvoorspelbare ontmoeting’ die filosofe Hannah Arendt ook al beschreef. Voor het kunnen realiseren van die ontmoeting zijn vormen van coaching en therapeutische benaderingen die enkel gericht zijn op het individu niet geschikt. Mensen zijn immers vooral sociale wezens die ontmoeten binnen hun netwerk. Coaching en therapie zouden daarom veel meer uit kunnen gaan van het perspectief van het intervidu. In dat perspectief staat niet een mens maar vooral de verbinding tussen mensen centraal.
We worden in onze huidige cultuur al te lang gewaarschuwd tegen onvoorspelbaarheid en leunen teveel op uniformiteit en controle. Terwijl abnormaliteit een gezonde interruptie is op de voorspelbaarheid van het normale heeft ‘normaal’ gedrag inmiddels alle universaliteit geclaimd. Dit ‘normale’ gedrag zou immers overal moeten ontstaan.
Laat dit nu juist een reden kunnen zijn dat onze samenleving van nu eerder verwardheid dan normaliteit nodig heeft. Het is deze hulde aan de verwarring van waaruit ‘In verwarde staat’ door Karlijn Roex scherp geschreven is.
Literatuur
Karlijn Roex, ‘De verwarde staat – Kritiek op een politiek van normaliteit’, Uitgeverij Lontano, 2019