Notities voor de bewegingswetenschappen naar aanleiding van ‘De kunst van het ongelukkig zijn’ door Dirk de Wachter
Leestijd ruim 3 minuten
Geluk is niet iets waarvoor we keihard moeten werken. We komen geluk eerder tegen door het meedrijven op de stroom van het leven. Juist het loslaten van het streven naar geluk door steeds beter willen worden kan een belangrijke factor zijn om echt gelukkig te zijn. De stroom van het leven is een factor die omgevingsgericht is. Dat wil zeggen dat een verhouding tot de omgeving voor de beleving van geluk van betekenis is.
Obsessief streven naar geluk schept tweedeling
Het obsessieve streven naar geluk leidt tot angst en stress. Zulk streven raakt niet alleen de obsessieven onder ons. Het streven sluit namelijk uit wie die streving niet deelt. Zelfgenoegzamen kijken daarbij uiteindelijk neer op hen die mis-lukt zouden zijn. Zo ontstaat een maatschappelijke tweedeling. Het idee dat het leven leuk moet zijn is daarom de ziekte van deze tijd geworden, stelt Dirk de Wachter. Zo kan het gebeuren dat problemen door het keiharde streven naar geluk steeds worden ingeslikt.
Het obsessief streven naar geluk waarin alles leuk moet zijn gaat gepaard met een evenzo obsessief perfectionisme. De gezondheidsrage van vandaag de dag heeft daarom ook niets te maken met gezondheid. De gezondheidsbenadering van de homo sapiens, waarin eeuwige jeugd en atletische spieren voorop staan, is er eerder één van een homo hyper. Terwijl een fundamenteel gevoel van geluk slechts te maken heeft met het onderhouden van verbinding.
De versmalling van de normaliteit
Overal in ons bestaan zijn de harde wetten van efficiëntie doorgedrongen. Tijd om te dwalen in gedachten zonder dat we worden opgejaagd misgunnen wij ons. Problemen van alledag worden medisch verklaard omdat er met medicatie een efficiënte manier zou bestaan om die problemen te lijf te gaan. Met deze versmalling van de normaliteit worden gewone mensen met gewone problemen tot psychiatrisch patiënten gemaakt terwijl ongelukkig zijn bij het leven hoort.

Gevoel en veerkracht zijn redmiddelen
Door het ongeluk bij jezelf en de ander toe te laten wint de menselijkheid. Het zorgen voor anderen verdiept onze relaties waarmee het gevoel van geluk toeneemt. Het durven vertrouwen op de hulp van een ander doet persoonlijke veerkracht toenemen. Om het belang van verbindingsgerichtheid te kunnen zien is gevoeligheid nodig. Het gaat daarbij om dezelfde gevoeligheid waaruit onze kwetsbaarheid en creativiteit ontstaan.
Het openstaan voor de kwetsbaarheid van de ander keert zijn of haar ongeluk om tot een zingevend iets. Het engagement leidt tot ieders gevoel van geluk. Juist door onze gevoeligheid voor ongeluk vinden we door het geven van betekenis eraan en bijpassende zorg voor de ander een duurzaam geluk. Het is dan ook de mens die pas echt mens wordt als die zich engageert, zo haalt Dirk de Wachter in zijn pleidooi filosoof Jean-Paul Sartre aan.
De noodzaak tot engagement maakt het hedendaagse accent op het ik dan ook misplaatst. De ander maakt immers wie ik ben, stede filosoof Emmanuel Levinas al vast. Als de connectie met de ander wordt gestopt, dan stopt mijn wordingsproces. Dit maakt dat verbinding essentieel is. Communicatie voorkomt dan ook dat het ik zich dreigt op te sluiten en verpietert.
Het belang van het wezen
Vandaag de dag heeft de overbezette mens onder andere mindfulness en meditatie ontdekt om het leed rond de efficiëntie wat te verzachten. Maar ook daarin regeert de efficiëntie. De drukbezette mens mag mag wat tijd nemen om de batterijen op te laden om er daarna weer keihard tegenaan te kunnen gaan. Maar beter is het achterover te (leren) zitten, geen plan te hebben en er zonder doel alleen maar te zijn of misschien beter gezegd te wezen.
Literatuur
Dirk de Wachter, ‘De kunst van het ongelukkig zijn’, Uitgeverij LannooCampus, Leuven en Amsterdam, 2019
Dankzegging