Kleine goedheid ontstaat:
- in menselijke dynamiek waarin rust wordt verstoord,
- bij een verstoring waar het ik de ander, in ethisch opzicht, op het spoor komt,
- dus uit een niet-onverschilligheid die daarmee te maken heeft,
- in een spanningsveld van baatzucht en onbaatzuchtigheid,
- als het spanningsveld behelst baatzuchtigheid vanuit het zijn dat opengebroken wordt naar de onbaatzuchtigheid van het anders dan zijn,
- als het ik door onbaatzuchtigheid de ander in een behoefte tegemoet kan komen,
- uit een besef van verantwoordelijkheid voor de ander,
- als huiver voor aanraking en contact door transformatie tot een tederheid wordt en een zwakheid zonder lafheid kan ontstaan,
- bij afstemming op de ander door sensibliteit,
- in lichamelijkheid waarin we anders dan met onszelf verbonden zijn,
- bij bezieling door het anders dan zijn waarmee het ‘ik’ afgestemd is op het andere dan zichzelf.
Kenmerken van kleine goedheid:
- assymetrisch verloop, dat wil zeggen er is geen wederkerigheid of nut,
- voltrekt zich alleen ten behoeve van de ander,
- laat zich zien als een onverzadigbaar verlangen, dat wil zeggen dat er een volheid door de ander wordt aangeboord die het ik niet kende,
- onverzadigbaar verlangen wijst op oneindigheid want het verlangen houdt nooit op te bestaan,
- inwendige aandrang van zelfoverschrijding als een inwendig moeten waarmee verlangen zich tot goedheid kan transformeren,
- onzichtbaarheid, in stilte, bescheiden en zonder triomf.
Het proces van kleine goedheid:
- raakt en wekt,
- wint nooit maar wordt nooit overwonnen,
- is, met de stilte ervan, tegendraads zonder dit te willen zijn,
- is geen garantie voor een nieuwe orde,
- is niet gebonden aan een ideologie of systeem en is gedachteloos,
- is gekoppeld aan een besef van vrijheid,
- is een expressie van ‘il y a’, het ‘er is’ opgevat als modaliteit van de-een-voor-de-ander,
- laat een andere weg zien voor samenleven dan door publieke manifestatie,
- ontwikkelt een zekere daadkracht in een contrast met heersende macht,
- suggereert een nieuwe visie op de toekomst van samenleven,
- kan ontkend, vertrappeld en weggehoond worden,
- doorbreekt het baatzuchtig egoïsme vanuit alle ‘ikken’ die we zijn en waaruit onvermijdelijk een algemene conflictsituatie ontstaat,
- is geen garantie voor onbaatzuchtigheid in de toekomst,
- gaat terug op de barmhartigheid ofwel het bijbelse rakhamim dat van ‘rekhem’ ofwel baarmoeder afstamt,
- is verbindingsgericht zoals bij moederschap.
Literatuur
- Roger Burggraeve, ‘Geen toekomst zonder kleine goedheid’, uitgeverij Halewijn nv, Antwerpen, 2020
Gelezen door
Dankzegging aan