De wereld:
- is onverklaarbaar geheimzinnig
- is vol leed
- verkeert in de optiek van Schweitzer in een geestelijk verval
- nodigt uit tot wijsgerig denken aan de hand van de ethische wereld- en levensaanvaarding van eerbied voor het leven
- heeft een ‘werkelijke waarheid’: de eenvoud
- bepaalt bewustzijn van de mens door een intuïtief gevonden waarheid waaruit een grondfeit volgt: ‘ik ben leven dat leven wil temidden van leven dat leven wil’
- wordt in geestelijk opzicht uiteindelijk gemaakt door de wereldbeschouwing waarvan de cultuur een gevolg is
- kent pas welvaart als ethische idealen hoog gehouden worden

De cultuur:
- houdt volgens Schweitzer ethische vervolmaking van zowel de enkeling als van de samenleving in
- wordt gekenmerkt door een vooruitgangsgeloof dat het ethische element als hoogste waarde heeft
Het leven:
- van mij is het leven van de ander
- is vatbaar voor ontwikkeling en kan dus worden gebracht tot de hoogste waarde
De ethiek:
- wordt bepaald door een heiligheid tot al wat leeft
- is waarin onze eenwording met de oneindigheid van leven betiteld wordt als ethische mystiek die uit een logisch denken ontstaat
Bijdrage: