Tijd als kwetsbaarheid in de filosofie van Levinas (enkele notities)

Kwetsbaarheid:

  • schenkt met zintuigelijke gevoeligheid het leven waarde
  • biedt genieten en lijden die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn
  • houdt verband met verantwoordelijkheid omdat het beroep van een ander op mij een gerichtheid op de ander genereert
  • is de tijd en tijd is kwetsbaarheid
Jan Keij, ‘Tijd als kwetsbaarheid in de filosofie van Levinas’, Boom uitgevers Amsterdam, 2021

Tijd:

  • houdt vergankelijkheid in omdat er duur wordt ervaren
  • is waarin het heden niet beklijft
  • kent geen heden maar een levend heden dat ontstaat door kwetsbaarheid in het concrete leven
  • waarin het levende heden de vergankelijkheid inhoudt die gebaseerd is op de ervaring van de mens (zoals ook ouder worden)
  • vormt een – voortdurend – afscheid van de wereld, een ‘passiviteit’, omdat veroudering buiten de greep van een mens valt
  • is discontinu omdat een ogenblik niet zonder onderbreking uit het andere ogenblik voortvloeit
  • kenmerkt zich door het verval van het heden waarmee geheugen en anticipatie ontstaan en waarvan het bewustzijn als het ware weer de scherven verzamelt in het heden
  • is als het levende heden een begin van iets dat steeds opnieuw meteen eindigt alsof er een voortdurende onteigening van iets is
  • als het proces van het levend heden dat steeds vervalt is diachrone tijd
  • waarin reparatie van het verval waarmee een vermogen ontstaat tot een bewustzijn-van heet synchrone tijd; een tijd die in heden ‘herinnerd’ wordt en present gesteld wordt
  • wordt continu omdat het bewustzijn de intervallen van verloren hedens aan elkaar verbindt dat ‘meting’, bijvoorbeeld van de duur van pijn, mogelijk maakt
  • die synchroon verloopt kenmerkt het gevoelsbewustzijn waarna een voorstellend bewustzijn met ruimte komt en er diachrone tijd ontstaat
  • kent dus verschillende lagen: diachrone tijd die door het bewustzijn als het ware wordt opgeraapt en tot synchrone tijd gevormd wordt, waaruit het gevoelsbewustzijn ontstaat, dat gevormd wordt tot het voorstellend bewustzijn in een tijd die verruimtelijkt is, en uiteindelijk door reflectief bewustzijn tot een klokkentijd wordt.
  • wordt bepaald door mijn heden tot de ander in het heden waarmee tijd een (ethisch) relationeel begrip is
  • levert zo een voorwaarde tot ethiek

Bijdrage Kennisweb

Leander Tijdhof